Van proberen kun je leren…

“Van proberen kun je leren.”
Het wordt op de kleuterschool al verteld tegenwoordig.  Gemengde gevoelens heb ik als ik deze uitspraak hoor. Het is inderdaad zo dat je van proberen kunt leren. Het zou heel mooi moeten zijn dat dit op de kleuterschool al aan de 4-jarigen wordt mee gegeven.
Maar….
Wordt dit ook daadwerkelijk mee gegeven? Wordt dit ook daadwerkelijk uitgedragen? Of blijft het bij de uitspraak en sijpelt het niet door in de omgang met de kinderen, met het schoolwerk en met elkaar. Waardoor het een holle frase wordt, die eigenlijk de druk alleen maar groter maakt. Die totaal voorbij gaat aan de boodschap die erachter zou moeten zitten. En die dan ook geen meerwaarde heeft, maar alleen nog meer zorgt voor het willen voldoen aan de verwachtingen van anderen….

Want als je van proberen kunt leren, waarom draait dan nog steeds alles om cijfers? Waarom gaat het dan nog steeds bij alles om het eindresultaat? Waarom ligt de nadruk dan bij bijna alles nog steeds om het doel wat behaald moet worden?
Als je van proberen kunt leren, moet er ruimte zijn om fouten te mogen maken. Zou het mogen gaan om het proces. Zou de nadruk mogen liggen op de weg van A naar B en niet om B als eindpunt.
Als je van proberen kunt leren, zou er beoordeeld mogen worden op de moeite die je hebt gedaan om te komen waar je bent, over alle kuilen die je bent tegen gekomen en waar je weer uit hebt weten te klimmen. Als er dan cijfers aangehangen moeten worden, dan zou je cijfer daar over mogen gaan;
Ben jij gevallen en weer opgestaan en door gegaan? Door alle kuilen heen, met kapotte knieën, met het stof op je kleren en verwaaide haren. Met de sporen van tranen door de modder op je gezicht…. Mét het gevoel van willen opgeven, mét een terugval hier en daar, met je hoofd in je handen hard huilend omdat je niet meer kunt. Maar met een zere kont van de trap die je jezelf steeds weer geeft om juist op dit punt door te gaan…
En dan met de voldoening van het doorzetten, van het door gaan, van het uiteindelijk aankomen dáár waar jij wilt zijn. Wat helemaal niet het eindpunt hoeft te zijn, wat helemaal niet het doel hoeft te zijn dat er door anderen aan vast wordt gehangen. Maar daar waar jij wil zijn, waar jij weet dat je er keihard voor hebt gewerkt, waar jij toch weer een stapje verder bent gekomen dan dat je was.
Dán kun je zeggen dat je het probeert, dan kun je zeggen dat je aan het leren bent. Dan weet je dat fouten mag maken, ook al voelt dit nog steeds niet fijn.
Dan weet je dat je niet in een speciaal groepje of speciale klas hoeft te zitten om trots te mogen zijn op jezelf.
Dan weet je dat fouten maken erbij hoort, dat je zonder fouten, falen en blunderen niet kunt leren. Want als je niks fout mag doen, als alles alleen beoordeeld wordt op het eindresultaat, hoe kun je dan weten wat je de volgende keer beter of anders kunt doen? Durf je het de volgende keer dan nog aan te gaan? Durf je je dan weer te springen in die kuilen, te klimmen over die berg. Of ga je het uit de weg, omdat je toch niet kan voldoen aan die het eindresultaat wat er verwacht wordt, aan die voldoende die je er minstens voor dient te halen?

Van proberen kun je leren… maar als je het probeert, als je je stinkende best doet, als je keihard werkt en het niet meteen lukt en je vervolgens wordt beoordeeld op het eindresultaat hiervan?
Als jij niet dat hoge cijfer haalt in de klas, als jij niet een voldoende eruit weet te slepen, ongeacht welke zware weg die je hebt afgelegd… Als er niet naar het proces wordt gekeken, maar alleen naar het eind cijfer? En je vervolgens door dat cijfer in een hokje wordt geplaatst…?
Wat geven we dan voor boodschap mee?